!
Racisme Header.jpg
1 juli 2020

Nederlandse internationals over racisme, activisme en het basketball

Door Luuk von Burg

Basketballers Jessey Voorn, Emese Hof, Sebastiao Nijman en Arvin Slagter vertellen over hun ervaringen met racisme, hoe het basketball een rol kan spelen en waarom zij nu van zich laten horen.

Vaak moet je gewoon luisteren naar elkaar – verantwoording over het item

We zagen alle antiracisme protesten en wisten: hier moeten we iets mee. Zeker wij als basketbalgemeenschap, willen een omgeving creëren waarin iedereen zich fijn voelt. In deze kwestie draait het om racisme. Niet alleen in de Verenigde Staten, waar de oorsprong van onze sport ligt, maar ook in Nederland.

Basketball Nederland wil de reden en emoties achter de protesten een stem kunnen geven. Dit hebben wij gedaan door vier van onze helden, onze Orange Lions, die dit onderwerp nauw aan het hart ligt, aan het woord te laten. Ieder met een verschillende achtergrond en beweegredenen om zich hierover uit te spreken.

Alle betrokkenen hebben de video van tevoren gezien en zijn akkoord met het item in de huidige vorm.

De basketbalhelden die dit verhaal vertellen hebben allemaal in enige vorm op enig moment iets van doen gehad met racisme.

Jessey Voorn heeft zich meerdere keren in de media uitgesproken over het institutionele racisme in Nederland. Hij staat voor iedereen open om het op een respectvolle manier het hierover te hebben. Ook al liggen zijn roots in Suriname, het is een rasechte Amsterdammer. Hij was aanwezig bij het antiracismeprotest op de Dam.

Emese Hof speelde vier jaar voor de University of Miami. Daar werd ze geconfronteerd met het racisme dat zich in Amerika afspeelt en maakte ze van dichtbij de commotie rondom American Football-speler Colin Kaepernick mee. Dit heeft haar geactiveerd om zich uit te spreken over social justice. Zij was aanwezig bij het antiracismeprotest in haar geboorteplaats Utrecht.

Sebastiao Nijman, of 'Sebas,' zoals hijzelf liever wordt genoemd, is op jonge leeftijd met zijn tante weggevlucht uit Angola. Hij kwam terecht in een pleeggezin in Ermelo met veertien broertjes en zusjes. Op jonge leeftijd werd hij getroffen door kinderpolio en belandde daardoor in een rolstoel. Via het revalidatiecentrum leerde hij rolstoelbasketbal kennen en door keihard werken heeft hij het geschopt tot het nationaal rolstoelbasketbalteam en een leven als prof in Italië.
Toen Basketball Nederland hem benaderde was hij in eerste instantie terughoudend. Sebas maakte de terechte opmerking dat we door hem te vragen, hem juist zelf in een hoek duwden. Toch ging hij akkoord, omdat het hem stoort als mensen zeggen dat ‘het wel meevalt in Nederland'. Sebas is iemand met een olifantshuid die het goede van de mens ziet en grapjes over hem, zijn huidskleur, of zijn rolstoel grotendeels kan waarderen. Maar zoals hijzelf zegt: “Een racistische grap is ook racistisch. Ook al bedoel je het niet racistisch. Dus je kan niet zeggen dat het hier niet is.”

Arvin Slagter is een gevierd international en kind van een Surinaamse moeder en een Nederlandse vader. Voor hem is het uitgangspunt dat je in dialoog moet kunnen blijven met elkaar. Hij wijst erop dat iedereen wel eens kan discrimineren, ongeacht huidskleur. Maar onderzoeken aantonen dat er een duidelijk verschil is tussen iemand met een donkere huidskleur en iemand met een lichte huidskleur, dan kan je daar niet omheen. En moet je daarover dus met elkaar het gesprek aangaan.

Allemaal waren ze het erover eens dat protesten waarbij geen anderhalve meter afstand werd gehouden, niet door de beugel konden. Maar dit zit niet in de video, omdat het daar nu even niet over gaat.

Gerelateerde artikelen