!
6.jpg

6. Sprongbal / beurtelings balbezit

Competities

Voorbeeld filmpjes

6. Sprongbal / beurtelings balbezit

De scheidsrechters fluiten voor ‘balvast’ als twee of meer spelers van verschillende teams de bal vast hebben. Dat kan met één of meer handen stevig op de bal.

Als de scheidsrechter voor ‘balvast’ fluit, is er sprake van een sprongbalsituatie. Omdat er maar één sprongbal wordt gegeven bij het begin van de wedstrijd, gebruiken we in alle andere gevallen de ‘beurtelings balbezit’-regel.

De ploeg die bij de eerste sprongbal geen controle over de bal heeft, krijgt bij de volgende sprongbalsituatie de bal aan de zij- of eindlijn. Dat is altijd zo dicht mogelijk bij de plek waar de sprongbalsituatie gebeurde.

Bij de volgende sprongbalsituaties krijgen de teams om beurten de bal aan de zij-of eindlijn. Dat wordt aangegeven met een pijl die wijst in de richting, waarin het team speelt dat de bal gaat krijgen. Die pijl heet ‘beurtelings balbezitpijl’.

Vervolgens wordt de pijl na elke sprongbalsituatie gedraaid, zodat bij een volgende sprongbalsituatie de andere partij de bal krijgt.

Aan het begin van het 2e, 3e en 4e kwart, en eventuele verlengingen, bepaalt de pijl welke ploeg de bal aan de middellijn in mag nemen.

Bij de sprongbal staat de hoofdscheidsrechter met het gezicht naar de jurytafel om de bal op te gooien. Zijn collega staat bij de jurytafel. Die let op overtredingen bij de sprongbal en geeft het tijd-in signaal.

De scheidsrechter die de bal heeft opgegooid, blijft daar staan om daarna achter de aanval aan te sluiten. De andere scheidsrechter loopt naar de eindlijn van de richting waarin de aanval gaat.

Tip voor scheidsrechters: Kijk na afloop van het 2e kwart welke ploeg recht heeft op het eerstvolgende balbezit. Draai dan de pijl om. Zorg dat de juryleden gezien hebben dat je de pijl gedraaid hebt. Op deze manier weet je zeker dat aan het begin van het 3e kwart de juiste ploeg de bal in gaat nemen.

Overtredingen bij de sprongbal

  • Springer raakt de bal vóórdat deze het hoogste punt bereikte;
  • Springer gaat op of over de middellijn vóór de eerste reglementaire tik;
  • Springer verlaat zijn positie vóór de eerste reglementaire tik;
  • Springer raakt meer dan twee keer de bal vóórdat deze in aanraking is geweest met de grond, de basket, het bord of niet-springers;
  • Springer stompt de bal;
  • Springer staat met zijn voet buiten de cirkel (voorkómen);
  • Springer pakt de bal vast vóórdat deze, na de eerste reglementaire tik, in aanraking is geweest met grond, basket, bord, niet-springer;
  • Ploeggenoten blijven naast elkaar staan rond de cirkel, als een tegenstander ertussen wil staan (voorkómen);
  • De niet-springers verlaten hun positie of komen in de cirkel vóór de eerste reglementaire tik.

Beurtelings balbezit/sprongbalsituaties

  • Bij balvastsituaties tussen twee of meerder spelers (niet te snel fluiten);
  • Bij gelijktijdig aanraken door twee spelers van de bal bij een uitbal;
  • Bij tegenstrijdige beslissingen van de scheidsrechters bij uitbal (maak afspraken als scheidsrechters om dit te voorkomen);
  • Bij gelijktijdige overtredingen van 2 partijen en scheidsrechters beslissen tegenstrijdig;
  • Als de bal op de basketsteun klem komt te zitten, en er volgen geen vrije worpen of volgt geen balbezit aan de zijlijn;
  • Als de bal toevallig vanonder door de basket gaat;
  • Speciale situatie: Na een scheidsrechters time-out en er was onduidelijk balbezit;
  • Speciale situatie: Dubbelfout zonder balbezit en er geen geldige score is gemaakt.